[pic=659_1285158349.jpg]Straatsburg, 22 september - Het Europees Parlement keurde vandaag een pakket maatregelen goed voor een efficiënter toezicht op de financiële sector. De Raad en het EP zitten daarmee op één lijn wat de financiële supervisie betreft. Dit historisch akkoord werd mogelijk gemaakt dankzij het uitstekend werk van het Belgisch Raadsvoorzitterschap, dat de benadering van het EP steunde en succes boekte waar sommige andere voorzitterschappen faalden.Europarlementslid Marianne Thyssen (CD&V), lid van de parlementaire commissie economische en monetaire zaken, is tevreden dat het EP voet bij stuk heeft gehouden en duidelijk zijn stempel op de nieuwe toezichtstructuur heeft gedrukt: "Trouw aan de kernpunten van het Larosière-verslag, hebben we er in het Europees Parlement voor gezorgd dat de nieuwe Europese toezichthouders over voldoende slagkracht beschikken. Ze kunnen bindende maatregelen opleggen aan de financiële instellingen als de nationale toezichthouders tekortschieten, zorgen voor een grotere afstemming tussen de nationale autoriteiten en beslechten hun onderlinge geschillen. We gaan hiermee gelukkig veel verder dan een vrijblijvende coördinatie tussen nationale waakhonden, wat veel lidstaten aanvankelijk verkozen."Het wetgevingspakket dat vandaag werd goedgekeurd, zorgt voor de oprichting van drie Europese toezichthoudende instanties: één voor banken (in Londen), één voor verzekeraars en pensioenfondsen (in Frankfurt) en één voor financiële markten (in Parijs). Hiernaast wordt ook een Europees Comité voor Systeemrisico's (ECSR) opgericht dat vroegtijdig een waarschuwing in gang kan zetten wanneer een financiële instelling waarvan het functioneren van het hele systeem afhangt, in de gevarenzone verzeilt. Marianne Thyssen: "Het grote voordeel van de ECSR is dat het grensoverschrijdend systeemrisico's kan vaststellen, terwijl nationale toezichthouders zich te vaak beperken tot de gevolgen voor de eigen markten."Door een herzieningsclausule in te bouwen zorgde het Europees Parlement ervoor dat er over drie jaar wordt nagegaan of de Europese toezichthouders niet nog meer bevoegdheden nodig hebben. Indien nodig kan dan ook de gespreide vestiging geëvalueerd worden. Marianne Thyssen: "Alle toezichthouders op één plaats - in Frankfurt, dicht bij de Europese Centrale Bank - was beter geweest, om hun onderlinge coördinatie te faciliteren."Marianne Thyssen: "Als we een goed werkende interne markt willen, is een efficiënte Europese supervisie met Europese toezichthouders die boven de nationale waakhonden staan, onontbeerlijk. Nationale experts hebben onvoldoende greep op complexe, grensoverschrijdende financiële producten. Tot wat gebrek aan toezicht kan leiden, hebben we inmiddels ondervonden. Met de nieuwe toezichtstructuur is niet alleen de klant van de bank, maar ook de belastingbetaler beter beschermd."